Ballen in je buik

Bang om niet leuk genoeg te zijn en daarin te falen. Erbij willen horen, maar geen aanstalten maken: angst voor de afwijzing? Bang om geen goede beslissingen te nemen en daardoor geen verantwoordelijkheid durven aangaan? Bang om niet te voldoen aan iemands verwachtingen, en daarom iemand wegduwen? Jaloers op iemand zijn, omdat je zelf nooit hebt durven doen wat die ander wel doet?
‘Ich habe Angst.’ Zo heet dat in het Duits. De woordenwisselingen tussen J. en mij zijn uiteindelijk altijd daar naar terug te leiden.

Zoonlief (6) is een controle freakje. Dat is ook wel logisch want hij is slechtziend. Voor hem is het belangrijk dat hij weet, waar wat is en wat er gaat gebeuren. Een onverwachte beweging uit het niets of onduidelijke contouren in een mensenmassa brengen zijn compensatiegedrag behoorlijk uit balans.
Hij volgt Jenaplan onderwijs. Met aanpassingen, extra begeleiding en twee fantastische juffen gaat dat prima. Toch was een gebeurtenis op school aanleiding voor een heftige nachtmerrie. ‘Er hatte Angst.’

Een van de ouders had de school een enorme doos met blauwe ballen gegeven. De blauwe ballen worden bij het adviesbureau waar zij werkt gebruikt om een symbolische verbinding met iemand aan te gaan. Dit sluit naadloos aan bij het sociale denken van de Jenaplan. Je gooit de bal naar iemand, tegen wie je iets wilt zeggen. Die ontvangt de bal met de bijbehorende boodschap. En dan zegt de ontvanger: ‘Dank je wel’. Het idee erachter is dat je heel bewust ontvangt en zendt en daardoor hoort wat de ander je toewenst/van je vindt. Dat kan je zo diepzinnig maken als je wil.

De kleine man kreeg er echter een nachtmerrie over. ‘Hij zag de blauwe ballen niet aankomen, kon de ballen dus niet ontvangen en als gevolg daarvan was er geen verbinding en viel in zijn droom ons gezin uit elkaar! Gelukkig kwam Ted, het nieuwe poezebeest ons redden.’ Betraand van de schrik kwam hij midden in de nacht tussen paps en mams in liggen. (Hij verbrak daarmee overigens een hele andere verbinding, dus er zat waarschijnlijk nog wat Freudiaans bij ook, maar dit terzijde.) Ted nestelde zich comfortabel aan het voeteneinde.

Wonderlijk hoe een symbolische verbinding bij de één een gelukzalig gevoel teweeg kan brengen en bij de ander een diepe angst naar boven haalt. Komt uiteindelijk op hetzelfde neer: we willen erbij horen, gezien worden en zien dat de ander ons ziet.

Die verbindingsballen op school maken in ieder geval wat los. Onze kleine structopaat blijkt geel trouwens wel goed te kunnen zien. Toen ik later op de dag vol onbegrip tegen zijn vader liep te oreren, terwijl hij stoïcijns de krant bleef lezen, besefte ik: ‘We hebben gele ballen nodig!’ Een symbolische verbinding die bij ons allemaal aansluit. Als ik dan kaats, kan ik in ieder geval een bal terug verwachten. En dan zie ik de bal nog aankomen ook.